Een goede verzorging is voor uw hond van groot belang

Een goede verzorging is voor uw hond van groot belang

Een goed verzorgde hond loopt nu eenmaal minder kans om ziek te worden. Verzorgen is echter niet alleen een noodzakelijke bezigheid, maar ook plezierig: baas en hond hebben even alle aandacht voor elkaar.

Bovendien is dit bij uitstek het moment voor een spelletje en een knuffel.
 

Dagelijkse verzorging

U moet elke dag de vacht van uw hond even 'napluizen'. Controleer of er ongedierte (vlooien, teken) aanwezig is. Kam en borstel een langharige hond iedere dag even voorzichtig tot op de huid door. Ruw- en kortharige honden hoeft u niet dagelijks te borstelen. Klitten, zaden, twijgjes en andere ongerechtigheden moet u uit de vacht verwijderen.

Controleer ook regelmatig de oren van uw hond. Overmatig, donkerbruin oorsmeer kan wijzen op oormijt. Deze schadelijke parasiet kan ernstige oorontsteking veroorzaken en is ook besmettelijk voor uw andere huisdieren. Ga bij vermoeden van oormijt dus zo snel mogelijk met de hond naar de dierenarts.

Het gebit van de hond moet u nakijken op voedselresten (tand-plak) en de vorming van tandsteen. U kunt tandsteen zoveel mogelijk tegengaan door uw hond volop harde brokken en kauwmateriaal te geven en af en toe zijn tanden te poetsen. Dat kan met een speciale hondentandenborstel of met uw vinger gewikkeld In een gaasje. Is er eenmaal tandsteen ontstaan, dan moet de dierenarts dit, als de hond onder volledige narcose is, verwijderen.

De nagels van een hond mogen niet te lang zijn. Bij honden die veel buiten komen, slijten ze meestal wel op een natuurlijke manier af. Als ze echt te lang zijn, moeten ze (eventueel door de dierenarts) worden geknipt. De nagels zijn te lang als ze de grond raken wanneer de hond normaal op zijn poten staat.

Controleer ook of de vacht rond de anus schoon is. Resten van ontlasting kunnen in ernstige gevallen een verkleving veroorzaken, waardoor de hond zich niet meer normaal kan ontlasten. Lang- en ruwharige honden hebben hier sneller last van dan kortharige.

Verwijder aangekoekt vuil, stof en grit uit de haren tussen de tenen. Knip die haren geregeld weg met een schaar met stompe punten, zodat ze geen vuilvangers worden.

Maak de ogen van uw hond elke dag even schoon. Veeg met behulp van een tissue de 'slaapjes' (opgedroogd oogvocht) weg en voorkom korstvorming. Borstel het garnituur (de snor en de baard van ruwharige honden) uit en verwijder eventuele voedselresten. Een minder voor de hand liggend, maar belangrijk onderdeel van de verzorging is het dagelijks uitkloppen van de hondenmand. Zorg wekelijks voor een schoon dekentje of kussensloop.


Kammen en borstelen

Hoe vaak u uw hond moet kammen en borstelen, hangt af van zijn vacht. Er zijn honden met een uiterst korte vacht en honden die lange haren hebben. Daartussenin bestaan allerlei variaties in structuur, bijvoorbeeld ruwharig, gekruld of sterk verviltend; sommige honden zijn zelfs haarloos.

U zult een langharige hond vaker moeten kammen en borstelen dan een kortharige. De structuur van het lange haar (dat vaak ook erg zacht is) werkt in de hand dat het snel klitten gaat vormen. Klitten zijn knopen die ontstaan in oud haar dat niet met kammen en borstelen verwijderd is. Als ze blijven zitten, wordt de groei van de nieuwe vacht belemmerd. Een goede verzorging is dus van belang om vachtproblemen te voorkomen.

Een langharige hond moet regelmatig, liefst dagelijks, geborsteld of gekamd worden. Als hij daar vanaf het begin aan gewend wordt, zal hij er geen probleem mee hebben. Beloon hem na afloop met een knuffel en eventueel een brokje.

Kortharige honden zijn veel minder bewerkelijk, maar ook zij moeten zo nu en dan worden geborsteld. Dit geldt vooral in de perioden waarin ze in de rui zijn, dat wil zeggen meer haren verliezen dan normaal. U merkt vanzelf wanneer dat zover is: dan vindt u veel losse haren in huis. Hoe vaak u een ruwharige hond moet kammen of borstelen, hangt ook af van de lengte en de hardheid van de vacht. Een langere vacht moet u om de dag kammen; een korte, harde vacht eens in de drie, vier dagen.

Gebruik het juiste materiaal. Kammen mogen niet te scherp zijn, anders kunt u de huid van uw hond beschadigen. Kies een borstel van natuurhaar of rubber. Borstel of kam altijd van kop naar staart, met de richting van de haren mee. Kam de vacht tot op de huid door, maar doe dit wel voorzichtig. Probeer een klit eerst met de vingers los te plukken.

Lukt dat niet, knip hem dan voorzichtig met een schaar weg. Als de vacht helemaal klitvrij is, borstelt u hem nog een keer goed door. Besteed extra aandacht aan de vacht op de buik, in de oksels en de liezen: daar vormen zich gewoonlijk de meeste klitten. Een gezonde vacht moet glanzen, ongeacht de kleur.


Trimmen

Veel hondenrassen worden in een bepaald model geschoren, geknipt of geplukt. Dat gebeurt onder andere bij poedels en een aantal terriërs. Er zijn veel hondenbezitters die zelf de schaar ter hand nemen, vooral diegenen die hun hond uitbrengen op shows. Het modelleren van een hondenvacht is echter een kunst die de nodige oefening vergt.

Sommige ruwharige rassen moeten minimaal twee keer per jaar worden getrimd (teven soms vaker). De oude haren worden dan uit de vacht geplukt. Het trimmen vergt veel inzet en aandacht van een eigenaar. Als de hond niet op tijd wordt ontdaan van zijn oude vacht, kan hij last krijgen van vacht- en huidproblemen. Wat dat betreft zijn ruwharige honden dus bewerkelijker dan kortharige of zelfs langharige honden.

Een ruwharige hond moet dus beslist getrimd worden. Als u dat zelf niet kunt of aandurft, laat het dan in een trimsalon doen. De geschoolde medewerkers hebben het trimmodel dat bij uw hond hoort in hun vingers.

Er bestaan ook hondenrassen die een vervilte vacht hebben, zoals de Bergamasco, de Puli en de Komondor. De vacht is in strengen (als dreadlocks) gegroeid en mag niet worden getrimd. Het is juist een karakteristiek kenmerk van deze rassen dat de vacht blijft doorgroeien en deze viltstrengen vormt.

Wie lid is van een rasvereniging kan vaak deelnemen aan zogeheten trimdagen. Op zulke bijeenkomsten zijn ervaren trimmers aanwezig om beginners de fijne kneepjes van het vak te leren.
 

In bad

Een hond kan best af en toe in bad, als er een goede reden voor is. In principe is de hond een schoon dier, vooropgesteld dat stof en andere ongerechtigheden regelmatig uit de vacht worden geborsteld en dat verantwoorde voeding zijn huid en vacht in optimale conditie houdt. In dat geval hoeft een hond niet gewassen te worden.

Soms heeft een hond een medicinaal bad nodig, bijvoorbeeld als er sprake Is van een huidaandoening. Showhonden gaan vaak in bad om de vacht voor tentoonstellingen een losser, luchtiger aanzien te geven. Dat is voor een gewone huishond niet nodig. Veel baden tast bovendien de natuurlijke vetlaag aan, waardoor de vacht op den duur steeds sneller vies wordt en zijn beschermende werking verliest.

Mocht het toch eens nodig zijn om uw hond te wassen (als hij in stinkende smurrie heeft liggen rollen), ga dan als volgt te werk: gebruik een speciale hondenshampoo en handwarm water (maximaal 40 °C); spoel de vacht goed uit, zodat geen shampooresten achterblijven. Wrijf de hond droog met een handdoek of gebruik een föhn (niet de warmste stand!). Laat hem pas naar buiten als hij helemaal droog is: ook honden kunnen kouvatten!


Wil je op de hoogte blijven van alle nieuwe rassen en artikelen die op de website verschijnen? Registreer jezelf hier en je krijgt elke 2 weken een update in je mailbox. Je kan jezelf altijd probleemloos uitschrijven.


0 reacties


Een reactie plaatsen