Toch maakte Jilve Horsten voor ons een mooi artikel over dit virus. We willen bij deze Jilve dan ook hartelijk bedanken!
Parvo
In 1978 zorgde het virus nog binnen 2 jaar voor een wereldwijde epidemie bij honden van alle leeftijden, wat voor ontzettend veel sterfte zorgde. Zonder vaccinaties is een hond al snel een doelwit voor het virus. Wanneer uw hond zelfs eenmaal besmet is, is het eigenlijk al het einde van die lieve trouwe vriend.Maar wat is dit virus nou en hoe komt het dat dit virus bijna altijd de dood betekent voor uw hond? In dit artikel wordt dat voor u uitgelegd.
Wat is het Parvo virus bij honden?
De officiele benaming van dit virus is Canine Parvovirus (CPV). Het is een kristal vormig virus dat bestaat uit één streng DNA. Het is erg klein, namelijk 25 nanometer. Het virus behoort ook tot de familie Parvoviridae, waartoe de kleinste virussen behoren. Het virus is sterk verwant, zo’n 98%, aan het virus FPV (feline panleukopenie virus). Dit is een virus dat katten ziek maakt en al langer bestaat dan het Canine Parvovirus bij honden. Men denkt ook dat het honden virus is ontstaan vanuit dit katten virus.Het virus is erg sterk en daardoor moeilijk te bestrijden. Het kan binnen en buiten zijn gastheer gewoon overleven. Zolang het beschermd is tegen de zon en droogte, heeft het virus nergens last van. Het overleeft de winter zelfs. Temperatuur en pH veranderingen maken niks uit. De perfecte plek voor het virus is vooral verontreinigde grond en ontlasting. Hier kan het wel minstens vijf maanden overleven.
Ook schoonmaakmiddelen en desinfecterende middelen, bijvoorbeeld alcohol, doden het virus niet. Alleen bleekmiddel kan het uitschakelen.
Het is erg lastig dat het virus zo sterk is, want het CPV is erg besmettelijk voor honden en het maakt zijn gastheer heel erg ziek. In de meeste gevallen zorgt het CPV zelfs voor de dood als gevolg. Zo’n 10% van alle volwassen honden gaat snel dood na besmetting met het Canine Parvovirus en 91% van alle pups sterven na besmetting. De meeste honden en pups die wel herstellen van het virus, door bijvoorbeeld een behandeling, hebben vaak last van chronische hartkwalen.
Gastheer van CPV
Honden
Het Canine parvovirus komt voor in wilde hondachtigen en gedomesticeerde honden.Van de wilde hondachtigen zijn de families die het meest besmet worden met het CPV; wolven, coyotes en vossen. De hondenrassen die het snelst worden besmet met CPV zijn; Rottweilers, Duitse herders, Doberman pinschers, Laborador retrievers, American staffordshire en Terriërs.
Kruisingen zijn over het algemeen minder gevoelig voor het Canine Parvovirus. Dit komt waarschijnlijk doordat kruisingen meer variatie in hun genen hebben dan de rassen. De kruisingen hebben hierdoor minder kans om besmet of ziek te worden en hebben een groter aanpassingsvermogen. Verder zijn varianten van het CPV ook al in katten aangetroffen en in panda’s.
Pups
Als gekeken wordt naar de leeftijd van de honden is te zien dat pups veel sneller besmet raken en dood gaan dan volwassen honden. Vooral pups tussen de 6 weken en 6 maanden oud hebben veel kans om het virus op te lopen en er aan dood te gaan. Als pups besmet raken door het CPV, is dit lastig te achterhalen, omdat het virus niet meteen voor ziekte verschijnselen zorgt. Pas na ongeveer 3 tot 7 dagen wordt de pup ziek en dan kan het CPV pas geconstateerd worden.
Daarna sterven ze helaas vaak na 2 dagen al. Dit komt doordat pups een veel mindere weerstand hebben dan volwassen honden. Ook drogen pups sneller uit door bijvoorbeeld diarree, slijmen en braken, wat veroorzaakt wordt door het CPV. Ook krijgen veel pups problemen aan het hart. Hieraan sterft 70% van alle besmette pups.
Pups zijn de eerste paar weken van hun leven vaak wel beschermd tegen het virus. Dit komt door antistoffen tegen het CPV die in de moedermelk zitten en de pups aan het begin van hun leven binnen krijgen. Deze bescherming verdwijnt alleen langzaam. Hoelang de bescherming precies aanhoudt, ligt aan hoe goed de moederhond in haar leven is gevaccineerd tegen het virus. Nadat de bescherming verdwenen is, zal de pup meteen vatbaar worden voor het virus.
Verspreiding
Het virus verspreidt zich heel makkelijk en snel direct van hond op hond, maar ook indirect via bijvoorbeeld de mens. Dit maakt het heel lastig om een niet gevaccineerde hond te beschermen.Het virus verspreidt zich direct via contact met besmette ontlasting, via haren of via de poten van een geïnfecteerde hond. Indirect verspreidt het virus zich via schoenen, kleding, gewone spullen en besmette grondoppervlakten.
Het virus komt in de meeste gevallen via de bek of neus van de hond binnen. Vaak gebeurt dit door het eten van voedsel van besmette grond of door het ruiken en aanraken van besmette onderdelen.
Er zijn ook uitzonderlijke gevallen, waarbij honden wel besmet raken met het CPV, maar er niet ziek van worden. Deze honden zijn drager van het virus. Zonder dat iemand het door heeft besmetten deze honden andere honden direct en indirect.
Vooral plekken waar veel honden samen zijn, worden dieren snel besmet en ziek. Bij fokkers, dierenwinkels en dierenasielen is dit vaak het geval. Verspreiding van het virus is op deze plekken heel makkelijk.
CPV in de hond
Als het virus je hond eenmaal besmet, gaat deze snel aan de gang om zichzelf te vermeerderen. Dit doet het virus door zijn gastheercellen, de witte bloedcellen, van uw hond zo te programmeren, dat deze cellen nieuwe Canine Parvovirussen aanmaken en vrij laten. Hierbij gaat de gastheercel, de witte bloedcel, zelf dood. De vrijgelaten virussen zoeken opnieuw naar een plek om zich te kunnen vermeerderen. Dit gebeurt in de lymfeklieren. Als de nieuwe lading virussen opnieuw vrijkomt, gaan deze via de bloedbaan naar snel delende cellen, zoals de darmwandcellen en de beenmergcellen. De jonge cellen van het immuunsysteem worden door het virus vernietigd, wat voor een zwakkere weerstand zorgt. Dit is ook goed te zien door de afname van witte bloedcellen die in eerste instantie door het virus vernietigd worden.
Schade
Uiteindelijk zal uw hond veel problemen en schade oplopen door het virus. Bijna alle delen van het lichaam worden aangetast. De darmwand verdikt en verkleurt, darmcellen sterven af en de ruwheid die de darm van nature heeft verdwijnt. De darm krijgt een waterige, slijmerige en ook bloederige inhoud. Er vindt ook bloed- en vochtophoping plaats in de lymfeklieren in de buik en borstkas van de hond. Het lymfeweefsel raakt uitgeput net als delen in de hersenschors. Het afweersysteem wordt ook minder, doordat een belangrijke klier hierbij, de thymus, verkleint. Het hart krijgt het ook moeilijk, er ontstaan zelfs bleke strepen op de hartspier. Verder zorgt het virus voor onvoldoende ontwikkeling in het beenmerg. De longen krijgen het ook erg zwaar. Er vindt namelijk veel vochtophoping plaats en er ontstaan veel ontstekingen in de longen. Verder vindt er nog bacteriële ophoping plaats in de longen en ook in de lever vindt bacteriële ophoping plaats.
Er gebeurt dus een hele hoop in het lichaam van de hond als hij besmet raakt met het CPV. De hond wordt door alle problemen erg ziek en zijn hele lichaam komt in een ontstekingstoestand terecht. Uiteindelijk zal er zelfs rotting plaats vinden in het lichaam en zal de hond in shock raken. Het lichaam kan het gewoon niet meer aan op een gegeven moment en de hond zal sterven.
CPV herkennen bij uw hond
Vanwege de ernst van het CPV is het dus van belang zo snel mogelijk te achterhalen of uw hond besmet is. Hoe eerder dit namelijk geconstateerd wordt, hoe groter de kans is dat uw hond met een behandeling gered kan worden. Om het CPV te herkennen, kan naar een aantal ziekte verschijnselen en symptomen gekeken worden. De meest voorkomende symptomen zijn; braken, speekselen, stoppen met eten, gewicht verlies en anorexia, diarree, sloom en traag bewegen, koorts, bleke slijmvliezen, uitdroging en bloedverlies via de ontlasting.
Bij een dierenarts worden, om te bevestigen dat uw hond besmet is met het CPV, testen en bloedonderzoek gedaan. Daarna zal, voor zover dit nut heeft, een behandeling plaats vinden.
Behandeling en vaccinatie
Een behandeling tegen het Canine Parvovirus is er wel, maar de kans is niet heel groot dat het werkt. Een medicijn tegen het virus is er namelijk niet. De behandeling bestaat eigenlijk alleen uit middelen die de hond aansterken en het immuunsysteem vergroten. Ook wordt de hond beschermt tegen andere ziektekiemen, zoals bacteriën. De hond is namelijk verzwakt en daardoor ook vatbaarder voor andere ziektes, die het herstel alleen maar belemmeren.Tegenwoordig worden honden tegen het Canine Parvovirus ingeënt, waardoor ziek worden van het virus eigenlijk niet meer mogelijk is. Zolang ieder baasje zich houdt aan het vaccinatieprogramma voor honden, wordt besmetting en verspreiding van het CPV tegen gegaan.
En natuurlijk, het aller belangrijkste, uw trouwe vriend blijft gezond en blij.
Auteur: Jilve Horsten
Wil je op de hoogte blijven van alle nieuwe rassen en artikelen die op de website verschijnen? Registreer jezelf hier en je krijgt elke 2 weken een update in je mailbox. Je kan jezelf altijd probleemloos uitschrijven.
Zeer leerzaam artikel !